Er is alleen nog een klein mannelijk residu over. Soms schiet mijn stem nog omlaag, of doe ik wel heel erg stoer voor een meisje. Het zijn dingen die je soms helemaal kunnen verteren. Maar het zijn maar kleine dingetjes dus lang duurt dat gevoel niet.
Vandaag heb ik al mijn mannen kleren weggegooid. Nou niet allemaal. Diezelfde middag kwam ik op zolder mijn bommels tegen. Schoenen van 300 gulden gooi je niet zomaar weg. Guldens. Ja zo oud zijn ze wel. Die dingen zijn gekocht ruim voor het verdrag van Maastricht. En in de laatste maand van mijn bestaan als loonslaaf in de verkoop. In het jaar 1991. "Net nou je nieuwe schoenen hebt", sprak de receptioniste net nadat ik was ontslagen. "Nou hij zal ze nodig hebben", zei mijn collega. Sollicitatie schoenen. Nooit gedaan. Die schoenen zijn nooit ingelopen en zaten elke keer als er weer eens iemand doodging of trouwde als blokken beton aan mijn voeten.
En nu zijn het precies die schoenen het enig overgebleven restant van mijn mannelijke garderobe die alleen nog maar bestond uit spijkerbroeken met peroxide vlekken, zwarte t-shirts van de vakbond en hele oude overhemden. Alles in vuilniszakken en in de amnestie container.
En toen ik die middag in de auto stapte om een airco te gaan kopen, die ik uiteindelijk niet kocht omdat ik hem te duur, te groot en te onhandig vond, bedacht ik me dat ik toch nog veel transseksueeler ben dan ik ooit voor mogelijk had gehouden.
Mijn god wat is de kat uit de doos gesprongen zeg. En wat blijkt? Het beest is veel groter dan de doos. En het is helemaal geen kat het is een poes en ze is vreemd vastberaden zich nooit meer in die doos te laten proppen en de gevolgen hebben nog nooit zo futiel geleken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten