Lieverd,
Tegen mijn onredelijke angsten kan jij niet vechten,
ik ook niet tegen de onredelijke angsten van jou.
Ik ben bang om voor meubelstuk te worden aangezien.
Jij bent bang om als voetveeg te worden gebruikt.
Beide angsten zijn niet reeel.
Jij bent heel erg lief voor me geweest,
en ik heb geen onredelijke eisen gesteld.
Zullen we elkaar in het midden ontmoeten?
Merel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten