zaterdag 7 augustus 2010

Ik had gewoon mijn dag niet!

Als ik onder de douche vandaan kom blijkt het al 11:00 te zijn en ik moet over een uur op die gender-bender-boot zijn.  Want dan vertrekt hij.  Ik kan niet meer met het openbaar vervoer. Ik moet met de auto.

Ik zet alles op alles en het lukt om binnen 30 minuten de deur uit te zijn, met twee tassen op me nek. Gekleed in het korste rokje dat jullie van me kennen. (kijk nog maar eens naar de video van de redlight blues) een roze majo eronder dit keer en het zelfde topje.

Ik scheur de straat uit en drie bochten verder boor ik mijn auto in de auto voor me die zonder aanleiding inneens op de rem gaat staan. Het natte wegdek verlengde mijn remweg net lang genoeg om mijn voorganger een flinke tik te bezorgen.Radeloos en in tranen kom ik de auto uit. De bestuurder begrijpt mijn haast en wisselt telefoonnummers uit. Ik kan verder.

Nu ben ik goed in de war.  Ondertussen regent het. Ik heb geen moeite met het vinden van de lokatie. Dat zat dus mee!!. Ik kan mijn auto daar ook gratis parkeren. Dat zat dus ook eigenlijk best wel mee. Ik struin die steiger op. Want ik wil niet te laat zijn.

De blik van wat ik aantref is jammerlijk, en triest. Ik ben best wel claustrofobisch ingesteld en dit bootje is naar mijn smaak te krap. Ken u dat. Dat het idee dat je had totaal niet aansluit bij de werkelijkheid. Teleurstelling noemt met dat ook wel. Maar dat wil ik het niet noemen. Het was iets volwassener. Soms heb ik ook een wil. En dit was niet iets dat ik wilde.

Ondertussen gaat het harder regenen en moet ik Erga helpen de lokatie te bereiken omdat ik vanaf mijn plek op de steiger kan zien dat ze is doorgeschoten. Ik pak al mijn spullen op en loop de steiger weer af. En ga bij haar in de auto zitten schuilen.

De moed zakt mij totaal in de schoenen. Dit kan ik helemaal niet. Dit is niet mijn droom. En dan belt Bia op de Mobiel. Ze heeft een migraine aanval. Ik moet naar huis om op de kinderen te passen. Het komt me allemaal te goed uit. Ik voel me een ongelofelijke deserteur.

Erga en ik besluiten volgend jaar met onze eigenboot door de grachten te varen. En dan schijnt de zon hoor!
Dat is mijn droom nog altijd. Iedereen slaapt nu. Morgen maar eens die jongen gaan bellen bij wie ik een deuk in de auto heb gereden.

Ik had gewoon mijn dag niet.

Geen opmerkingen: